Wie ziet het licht? (feb '18)

Het nieuwe jaar is alweer aardig op gang. Hoe zou het zijn met alle goede voornemens? Nog wakker,  of alweer in slaap gesust door de cadans van alledag? Een moment van reflectie, van bezinning. Een frisse blik. Dat kan gelukkig het hele jaar door. Vooruit, dwars, diagonaal of anderszins. Maar hopelijk toch vooral verlichtend.

LEES VERDER

 

We zitten in een overgangsjaar. Afgelopen decennia werd openbare verlichting voornamelijk bepaald door zogenaamde ‘harde’ wetenschap. De wijze van verlichten werd bepaald door enkele parameters, die houvast gaven. Verticale en horizontale verlichtingssterkte, luminantie, gelijkmatigheid. Termen die klip en klaar waren opgenomen in de richtlijnen. Zo sterk zelfs, dat ze door velen als norm werden gezien.

 

Het lijkt erop dat we deze tijd hebben gehad. Meer en meer worden ook andere, ‘zachtere’ aspecten naar voren gebracht die mede bepalen of, hoe en in welke mate er wordt verlicht op straat. Reflectie, lichtvervuiling, maar vooral ook termen als ‘bewust’ en ‘beleving’ doen bij het verlichten haar intrede.

 

Niet zelden ontstaat er een conflict. Enerzijds een categorie termen met eenduidige en te meten eenheden, die hard gemaakt kunnen worden. Anderzijds een categorie termen met wisselende connotaties. Met name de tweede categorie schept verwarring en onzekerheid, wat er toe leidt dat velen zoveel mogelijk teruggrijpen op de eerste categorie. Maar meer een meer zien we dat de tweede categorie aan terrein wint. Denk aan uitdrukkingen als anders kijken naar licht, adaptieve verlichting, (bewust) ervaren van licht, licht en beleving of Feel the Night.

 

Het zijn termen die intrede deden vanaf het moment dat ook de gebruiker van de openbare ruimte een positie kreeg bij de inrichting van de openbare ruimte. Het begrip (burger)participatie werd geïntroduceerd. Dit zonder te weten wie die burger nu eigenlijk is en wat we onder participatie verstaan. Om de burgers een positie te geven, diende de terminologie te worden aangepast. Met technische termen kom je immers niet ver bij het communiceren. Gezocht moest worden naar termen, die door de burgers ook konden worden begrepen. Woorden waar de toehoorders een beleving bij hebben.

 

Echter, als het om deze terminologie gaat én de positie van de burgers waar het om gaat, dan staan we nog maar aan de vooravond van deze ontwikkeling. Ondanks de participatieve samenleving die we met z’n allen voorstaan, is er nog weinig kennis en ervaring. Zeker in relatie tot de openbare verlichting. Wie ziet het licht het komende jaar?!

LEES MINDER

Circulariteit en OVL (jan '18)

Een lang gekoesterde wens van mij is gerealiseerd: de eerste Leidraad Circulariteit Openbare Verlichting. Wat zijn we er trots op! Maar… niet voor lang. Want we staan nog maar aan het begin. Het begin van een lang traject, waarbij ongewis is welke wegen we precies moeten bewandelen om ons eigenlijke doel te bereiken: een circulaire economie waarin geen afval meer bestaat.

LEES VERDER

 

De circulaire economie is een noodzakelijke aanvulling op ons huidige systeem. Door arbeidsdeling en moderne technologie heeft dat systeem kunnen uitgroeien tot het niveau waar we nu staan. De grens is echter in zicht. Verdere groei van onze economie betekent het gebruik van steeds meer grondstoffen. Grondstoffen die eindig zijn, in sommige gevallen al over enkele decennia.

 

De doelstelling van de rijksoverheid ‘Nederland 100% circulair in 2050’ is dus geen loze kreet of op hol geslagen ambitie, maar bittere noodzaak. Voor ons allemaal. Om ons bestaansniveau, en dat van de generaties na ons, te handhaven en liefst zelfs te verbeteren. Om onze wereld leefbaar te houden.

Circulariteit zal als een rode draad door onze economie en maatschappij gaan lopen. Het is de uitdaging van de 21ste eeuw. Voor ons allemaal. Dus ook als het gaat om Openbare Verlichting.

 

Op dit moment zijn er in ons werkveld, naast antwoorden, vooral nog heel veel vragen.

Enkele voorbeelden zijn:

  • Hoe kunnen we in de ontwerpfase rekening houden met circulariteit?
  • In hoeverre zijn de benodigde armaturen en masten circulair geproduceerd?
  • In welke mate wordt er bij onderhoud en beheer circulair gewerkt?
  • In welke mate worden armaturen en masten circulair afgevoerd na einde levensduur?

 

Geen van deze vragen kan door één enkele organisatie worden beantwoord. Het vergt relationeel denken, ook wel keten-denken genoemd. Je kunt het zien als een tegenbeweging van dat waar onze huidige economie op gebouwd is: arbeidsdeling, waardoor iedereen slechts verantwoordelijk is voor een heel klein stukje van het proces. Bij keten-denken herstellen en versterken we juist de gezamenlijke verantwoordelijkheid.

 

Bij het ontvouwen van het keten-denken ontstaat er een heel netwerk, die de verschillende ketens met elkaar verbindt. Verbindingen tussen de harde en de zachte wetenschap. Verbindingen die ontstaan, niet om te ontrafelen maar juist om belangrijke onderdelen met elkaar te verbinden. Zo ontstaan er nieuwe krachten voor een mooi en stabiel bestaan.

 

Ook aan de slag met openbare verlichting en circulariteit?
Samen zetten we idealen om in praktische, concrete (pilot)projecten en kennis!

LEES MINDER

Mindf*ck (sept '17)

Vrijwel iedereen heeft het een keer gezien. Het televisieprogramma van Victor Mids. Wellicht heeft u zelfs zijn boek gelezen of delen daaruit. Wat er letterlijk gebeurt, is dat je hersenen worden misleid. Je neemt dingen waar, die volgens je verstand niet mogelijk zijn. Je wordt voor de gek gehouden.

Lees verder

 

Bij de Openbare Verlichting is dat eigenlijk ook zo. Of, beter gezegd, dat is een vraag die we onszelf moeten stellen. Nemen we wel waar wat we waarnemen? Met verlichting willen we de openbare ruimte in het donker veiliger maken en soms ook mooier. Maar iedereen weet ondertussen wel dat waarnemen in het donker met behulp van licht complexer is dan het lijkt.

 

Wat opvalt is dat steeds vaker de feitelijke situatie ter plaatste wordt bekeken. De vraag is hoe dat komt. Kunnen we niet meer helemaal uitgaan van de bestaande lichtrekenprogramma’s of is er iets anders aan de hand? Rekenen aan licht is iets anders dan het waarnemen ervan. Het één hoeft niet beter of slechter te zijn dan het andere. Het zijn twee verschillende werelden.

 

Door led is de waarneming anders geworden. Maar ook is onze bewustzijn is veranderd. Naast veiligheid speelt beleving een steeds grotere rol. En wat dacht u van lichthinder en lichtvervuiling? De roep om dit te voorkomen wordt steeds groter, zeker nu het mogelijk is om verlichting goed af te stellen en te richten.

 

Maar wellicht het belangrijkste aspect voor beheerders is dat ze kunnen waarnemen welke verlichtingsintensiteit het beste past. Je gaat ter plaatse de nieuwe verlichting bekijken en laat dan de lichtintensiteit verhogen en verlagen. Ter plaatse neem je waar wat de beste lichtintensiteit is voor deze locatie en zet deze vast. En wat blijkt? De lichtintensiteit wordt in vrijwel alle gevallen naar beneden bijgesteld.

 

Kortom: laat je niet voor de gek houden. Neem kritisch waar, het liefst met meerdere mensen. Pas de verlichting aan op de waarneming in de realiteit. U zult zien dat de kwaliteit van de verlichting hierdoor toeneemt.

Lees minder

Een wijde blik (aug ’17)

En, het licht gezien? Huh? Of je nog naar de verlichting hebt gekeken tijdens je vakantie. Hoezo? Dat is toch je werk, openbare verlichting.
O, dat bedoel je! Ja, wel gekeken, stilletjes. Hoe dat dan?

LEES VERDER

 
Wat denk je, heb ik mijn familie weer op de kast. Daar heb je hem weer, moet zich ook tijdens de vakantie druk maken over verlichting. Dus hou ik mijn mond. Okay, maar zeg nou eens eerlijk, wat vond je ervan, van die openbare verlichting op vakantie? In één woord? Bagger! Veel ouwe meuk. Niet of slecht onderhouden. Smart City?! Haha, daar zijn ze voorlopig nog niet aan toe!
 
In de zuidelijke landen moeten ze vaak alle zeilen bijzetten om economisch te overleven.
Je ziet er relatief veel belabberd ingerichte, slecht verharde en slecht onderhouden wegen. Er zijn weinig middelen beschikbaar voor de infrastructuur, dan wel de openbare ruimte. Mensen zijn veel buiten. Er is relatief weinig licht op straat en vooral veel ‘koud’ licht. Verlichting is een bijzaak. Toeristische gebieden zijn gecentreerd en worden overdadig verlicht.
 
In de noordelijke, Scandinavische landen is veel CO2 arme energie beschikbaar. Meestal zijn de wegen er goed ingericht, verhard en onderhouden. Er zijn veel middelen beschikbaar voor de infrastructuur, dan wel de openbare ruimte. De uitgestrektheid maakt dat verlichte wegen een marginaal effect hebben op de omgeving. Toeristische gebieden zijn er bijna niet, het toerisme strekt zich uit over het hele land. Mensen zijn weinig buiten. Er is relatief veel licht op straat en vooral veel wat ‘warmer’ licht.
 
Ga jij nog op vakantie? Veel kijkplezier toegewenst!
Want het is altijd weer boeiend om over de grenzen te kijken.
En te bedenken hoe je deze ervaring kunt meenemen in je eigen werk.
Maar… denk aan je reisgenoten!

LEES MINDER

Keuzestress (juni ’17)

Kiezen. Elke keer maar weer kiezen. In ons democratisch bestel staat kiezen voor vrijheid. Het kiezen vertegenwoordigt de mogelijkheid om invulling te geven aan de eigen wil. De vraag is echter wat willen we, waarvoor kiezen we en waarom. Kies je vanuit je hart of kies je strategisch?

LEES VERDER

 
Zojuist rolt de uitslag binnen van de verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk. Terwijl we in Nederland alweer lang over zijn gegaan tot de orde van de dag en de uitslagen van onze verkiezingen smeulen in de vijver van retoriek om te komen tot een nieuwe regering, is de regering in Engeland een dag na de uitslag alweer gevormd. Zo kan het gaan.
 
Ook bij de Openbare Verlichting staan we steeds voor keuzes. Er valt zo ontzettend veel te kiezen. Voor concepten, denk aan alles wat met Smart City en Smart Lighting te maken heeft. Voor systemen, zoals telemanagement of de keuze wel of geen eigen net, wel of geen gelijkstroom. Of wellicht nog lastiger: de keuze van een armatuur. Led, oké, dat is wat ik wil. Maar dan? Hoe moet ik mijn armatuur specificeren?
 
Alle keuzes die je maakt hebben nogal wat consequenties, niet alleen financieel. Het zijn vaak keuzes die voor lange termijn gelden. En daar zit dan ook de onzekerheid. Met de sterk in ontwikkeling zijnde techniek en eveneens sterk veranderende visie op licht, mede als gevolg van die techniek, wordt het kiezen je steeds moeilijker gemaakt.
 
Om te komen tot een keuze ga je je oriënteren, vanuit je eigen ervaringen en wellicht vanuit ervaringen van medebeheerders. Of je huurt een adviseur in, die wel of niet vanuit zijn eigen voorkeur met een advies komt en waar je je achter kunt verschuilen.
 
Je kunt je keuze vooruitschuiven, door een aanbesteding te doen en daarbij met een meer algehele dan wel een meer functionele uitvraag te komen. De keuze wordt dan mede door de indiener gemaakt, of door de prijs die doorslaggevend wordt.
 
Uiteindelijk zit je daar. Welke keuze je ook maakt, je zoekt naar bevestiging. Je wilt immers aan het kiezen geen vervelend gevoel overhouden. Dat is dan ook de reden dat velen uiteindelijk toch niet kiezen op basis van een nauwgezette afweging van positieve en negatieve elementen, maar op basis van hun gevoel. De vraag is of dat zo slecht is.

LEES MINDER

Ontmoeting (april ’17)

Dinsdag 9 mei is het weer zover. De Vakbeurs Ruimte & Licht wordt voor de 2de keer georganiseerd. De eerste keer was een succes.
Maar waar meten we dat aan?

LEES VERDER

 
Tijdens de eerste beurs was het druk. Alle spelers in de keten van openbare verlichting waren aanwezig. Onderzoekers, studenten, leveranciers, toeleveranciers, adviseurs, lichtontwerpers en architecten, overheden en andere opdrachtgevers, etc. Is druk dan een graadmeter voor succes? Voor een deel wel, maar er is meer.
 
De vraag is: wat dan? Is een beurs nog wel van deze tijd? Jaren dachten we dat de verkoop van boeken ver terug zou lopen door de E-reader. Maar nee hoor, uiteindelijk willen we een boek lezen en dit vasthouden, een bladzijde kunnen omslaan, het boek kunnen ruiken en.. Ach ieder heeft zo zijn reden.
 
Op de beurs kun je allerlei technieken en producten zien, vastpakken en soms zelfs ervaren, al dan niet door simulatie. Dit jaar gaat de beurs nog een stapje verder. De Straat van de toekomst, lopen door een stukje Smart City? Hoe mooi is dat.
 
Verlichting gaat steeds vaker over ervaren. Nieuwe technieken worden beoordeeld op allerlei prestaties, maar ook op óf en in welke mate de techniek bijdraagt aan het positief ervaren van de omgeving. Daar raak je niet over uitgepraat. Je wilt op de hoogte blijven van de kennis en ervaringen van anderen. Van de mensen die deze technieken introduceren. Maar ook, en wellicht juist, van de mensen die ze al hebben toegepast en die zelf de effecten hebben kunnen ervaren.
 
Daarmee is een beurs juist weer van deze tijd. Een tijd waar we elkaar mogen en zelfs moeten ontmoeten. Omdat we mensen zijn die de openbare verlichting een warm hart toedragen. Omdat we de branche beetje bij beetje verder willen ontwikkelen. Dit kan door elkaar vragen te stellen en ervaringen te delen. Kortom: ga er heen, ontmoet elkaar, schud elkaar de hand en stel ook uw vraag. Het helpt iedereen verder. En juist dat staat voor een succesvolle beurs!

LEES MINDER

Jammer, niet gelukt! (mrt ’17)

Daar zit je dan. Je bent verantwoordelijk voor de openbare verlichting. In een straat of wijk moet de verlichting vernieuwd worden. Wat ga je doen? Eerst maar eens naar de basis.

LEES VERDER

Je werkt tenslotte voor een organisatie die ergens voor staat. Als gemeente heb je veelal beleid of in elk geval bestuurlijke uitgangspunten, voorwaarden en doelen.

Wat een mooie uitdaging! Jij bepaalt de kwaliteit van deze openbare ruimte op het moment dat het donker is of wordt. Bovendien mag en kun je maatschappelijk doelen realiseren (beperken van lichthinder en energieverbruik) door de wijze waarop je met verlichting omgaat. En als expert op dit gebied heb je een gereedschapskoffer aan kennis, ervaring en instrumenten tot je beschikking.

Je neemt je taak serieus. Je oriënteert je. Je maakt een zorgvuldige afweging. En je maakt een plan, bepaalt wat je gaat doen en met welke uitgangspunten. Je ziet welke mogelijkheden er zijn en bent in je nopjes. De huidige verlichting is immers beneden alle peil, het kan veel beter. Dit is de kans om het echt goed te doen!

Je laat een verlichtingsplan maken. Vooraf neem je met deze persoon de situatie door. Ook geef je een basisdocument mee, met daarin de uitgangspunten en randvoorwaarden. Even later krijg je het lichtplan. Het ziet er prima uit. Voor de zekerheid leg je er nog even het basisdocument naast. Je voelt enige twijfel, zonder precies te kunnen benoemen wat er is. Misschien toch maar een second opinion vragen? Ach het is druk, het werk moet door, het zal wel goed zijn. En dus je geef opdracht tot uitvoering.

Daar sta je dan, weken later. Het werk is klaar. De uitvoerder laat je trots zien hoe mooi de armaturen zijn en hoe geweldig de straat verlicht is. Je bent enigszins overdonderd en beaamt dat het er goed uitziet. Toch komt die twijfel weer boven, nu nog sterker. Zijn alle uitgangspunten wel meegenomen? Zijn de maatschappelijke doelen nu echt optimaal bereikt?

Reacties van bewoners komen binnen. De twijfel groeit. Je gaat nog een keer kijken en neemt dit keer een lichtmeter mee. Het wordt steeds duidelijker. Je twijfel, die voor het eerst opdook toen je het lichtplan zag, was terecht. Dit is niet wat je bedoeld had. Een gemiste kans. De volgende keer toch maar een second opinion vragen…!

LEES MINDER

2050! (feb '17)

Je hoort het steeds vaker. Het jaar 2050. Politici en visionisten gebruiken het als stip op de horizon. Een jaartal van ‘daar gaan we heen’.
Ja, we gaan ook naar 2018 en 2019 zou je zeggen. Waarom dan 2050?

LEES VERDER

 
2050 is nog zo ver weg dat het inspireert om van alles over te zeggen. Je kunt doelen stellen die op basis van de huidige kennis of technologie (nog) niet haalbaar zijn. Dat gaat uit van een bepaalde snelheid van ontwikkelingen en een bepaald geloof in de inventiviteit van de mens. Een geloof dat onhaalbare doelen haalbaar zullen worden.
 
Met name overheden en politici maken hier dankbaar gebruik van. Zo kun je ferme taal gebruiken, zonder dat je er ooit op wordt afgerekend. Het zijn bovendien meestal doelen waar eigenlijk niemand tegen kan zijn. Klimaatneutraal in 2030 bijvoorbeeld. Of ‘Snel, comfortabel, betrouwbaar en betaalbaar openbaar vervoer in Nederland voor iedereen’ in 2040. (Jammer trouwens, dat we daar nog zo lang op moeten wachten.)
 
2050. Dat jaar duikt nu ineens op, gekoppeld aan het begrip Circulariteit. De gedachte is dat we leven in een wereld waar grondstoffenbronnen steeds meer uitgeput raken. En waar bovendien allerlei schadelijke emissies zijn bij de winning, de productie, het gebruik en het verwijderen van de miljoenen producten die wij als mensheid dagelijks gebruiken.
We willen, nee, we moeten naar een wereld zonder die schadelijke effecten. Naar een economie waarbij grondstoffen in de productieketen blijven en niet op een gruwelijk grote afvalberg belanden.
 
Zo ver zijn we nog niet. Sterker nog: anno 2017 kan dat helemaal nog niet. Maar wat kan er nu al wel? En wat moeten we dit jaar en volgend jaar doen, om te zorgen dat onze economie in 2050 wel circulair is? 2050 komt vanzelf. Maar 100% circulair in 2050? Daarvoor moeten we flink aan de slag. Niet over 10, 20 of 30 jaar, maar vandaag al!
 
Daarom ben ik, samen met OVLNL, gestart met het project ‘Circulariteit en circulair inkopen OVL’. Beginpunt is een publicatie over circulariteit anno 2017. Voorbeeldprojecten en andere initiatieven, zowel van overheden als van bedrijven, zijn van harte welkom!

LEES MINDER

Op onderzoek! (jan ’17)

Onderzoek is essentieel. Het toetst onze aannames, scherpt onze gedachten en helpt ons bij het maken en onderbouwen van keuzes.
Een mooi voorbeeld is …

LEES VERDER

…het verkennende onderzoek van Gerard van Dijck naar de vraag of wegwijzers verlicht of retro-reflecterend moeten zijn. Een vraag waar velen nog niet over hebben nagedacht. En waarbij de onderzoeksresultaten verrassend, verhelderend en prikkelend zijn.

Dit smaakt naar meer! En gelukkig gebeurt er meer. Vanuit de TU in Eindhoven verdiept men zich onder andere in de effecten van licht op de mens. De Saxion Hogeschool onderzoekt de effecten op (sociale) veiligheid bij interventies zoals het vervangen van conventionele verlichting door led en het verwijderen van verlichting.

De waarde van dit soort onderzoeken, waarbij ik met name denk aan universiteiten en hogescholen, is groot. Het verlichten van de openbare ruimte is immers steeds complexer geworden. Het aantal afwegingen dat gemaakt moet worden is vele malen groter dan zo’n 20 jaar geleden. Meer kennis over het verlichten van de openbare ruimte en de effecten hiervan is dan ook sterk gewenst.

Voor de komende jaren doemen er allerlei onderzoeksvragen op. Vragen waar we een antwoord op moeten vinden, vragen die niet eenvoudig te beantwoorden zijn. Gekoppeld aan maatschappelijke thema’s, maar ook vragen die gerelateerd zijn aan techniek, beleid, beheer en… wat dacht u van de gebruiker!?

Helaas wordt de behoefte aan meer kennis op het gebied van openbare verlichting nog weinig onderkend. Dat komt wellicht ook omdat er geen fondsen bestaan die dergelijk onderzoek stimuleren. Tot op heden is veel onderzoek dan ook het werk van doorzetters, met Gerard van Dijck als symbolische wegwijzer.

Dit alles brengt mij bij de volgende vragen: wie doen er onafhankelijk onderzoek binnen de wereld van de Openbare Verlichting? Bent u, als onderzoeker, opleidings- of onderzoeksinstituut, bezig met Openbare Verlichting of heeft u plannen op dit vlak? Bent u als professional betrokken bij Openbare Verlichting en vindt u onderzoek van belang of heeft u een onderzoeksvraag?

Ieders bijdrage is zeer welkom. Meld u, we hebben u hard nodig!

LEES MINDER

Vervreemding (nov '16)

De sector Openbare Verlichting in Nederland is goed voor:
• het verlichten van de openbare ruimte met circa 4 miljoen lichtpunten
• circa 400 miljoen euro aan kosten per jaar
• het verbruik van circa 1,5 % van de geproduceerde elektrische energie per jaar ofwel
• een elektrische energiegebruik van 600.000 tot 700.000 MWh/jaar (= elektrisch energiegebruik van 200.000 tot 230.000 huishoudens)

LEES VERDER

 

Met trots kan de sector zeggen dat zij goed georganiseerd is. Voortdurend worden er innovatieve producten en concepten ontwikkeld. Niet alleen om de kwaliteit te verhogen en meer veiligheid te realiseren, maar ook om de maatschappelijke neveneffecten die niet wenselijk zijn te minimaliseren. Als je dat afzet tegen andere marktsegmenten binnen de infrastructuur of binnen de scope van de overheden, dan stijgt Openbare Verlichting in mijn optiek ver boven de andere sectoren uit. En dat terwijl het een relatief kleine sector is.

 

Toch is iedereen op zoek naar kansen en mogelijkheden om het nóg beter te doen. Naast het anders en beter organiseren en het ontwikkelen van technieken en instrumenten, zijn in dit kader de beleving van de Openbare Verlichting en participatie van de gebruikers van de openbare ruimte belangrijke thema’s die steeds vaker aandacht krijgen.

 

Meer en meer wordt er op ingezet om, waar dat mogelijk is, de burgers erbij te betrekken. Zij hechten steeds minder waarde aan maatschappelijke instituties en aan de politiek. Ze willen rechtstreeks betrokken worden bij de inrichting van hun ‘eigen’ openbare ruimte. Zo kan de sector Openbare Verlichting een bijdrage leveren aan de betrokkenheid bij de eigen omgeving, aan verbondenheid, en meehelpen de toenemende afstand tot instituties te verkleinen.

 

Maar, hoe betrek je mensen die geen of weinig kennis hebben over het onderwerp bij Openbare Verlichting? De sector is zoekende. Verschillende voorbeelden tonen aan dat het op sommige wijzen en/of in sommige situaties al aardig lukt. Het zal zeker niet voor alle 4 miljoen lichtpunten gelden. Echter, daar waar de Openbare Verlichting de beleving en het welbevinden van mensen raakt en invloed heeft op de directe leefomgeving, daar ligt een prachtige uitdaging voor iedereen die bij het werkveld betrokken is!

LEES MINDER

Calimero (nov '16)

Ik schreef het de vorige keer al, dit blog gaat over Calimero. Jullie kennen hem vast wel, dat tekenfilmkuikentje uit onze jeugd dat met enige regelmaat riep: ‘Want zij zijn groot en ik is klein, en da’s niet eerlijk!’ Wereldberoemd werd hij.

Lees verder

Er is zelfs een complex naar hem genoemd, het Calimero-complex. Speciaal voor mensen, organisaties of landen die het gevoel hebben dat ze vanwege hun kleine omvang ten opzichte van een andere partij niet serieus worden genomen.

Ook in het Land der Openbare Verlichting leven Calimero’s. Ik denk daarbij aan kleine bedrijven, die zich staande houden tussen de machtige Goliaths. Maar ook aan mensen van kleine gemeenten, die met 0,5 fte of minder de openbare verlichting in hun gemeente gaande moeten houden. En dan liefst ook nog innoveren, op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen, et cetera. Ik heb bewondering voor die Calimero’s. Die dappere werkers, die het in hun eentje moeten redden, zonder te kunnen overleggen met een naaste collega. En ondertussen verwachten we als maatschappij dat dit geen effect heeft op de kwaliteit van de openbare verlichting.

 

Hoe zorg je dat je in deeltijd over voldoende expertise beschikt om invulling te geven aan de taak van openbare verlichting? Is er sprake van een Calimerocomplex, dat kleine gemeenten het gevoel hebben niet serieus te worden genomen? Nee, dat niet. Maar meer aandacht voor deze groep is wel degelijk op zijn plaats. Beheerders die fulltime aandacht mogen geven aan de openbare verlichting kunnen niet alleen de kwaliteit binnen hun eigen gemeente borgen, maar ook acteren op een landelijk niveau. Daardoor wordt de landelijke beeldvorming voor wat betreft de openbare verlichting vooral door de grotere gemeenten bepaald.

 

Gelukkig bestaan er enkele regionale platforms op basis waarvan er kennisuitwisseling en onderlinge samenwerking is, ook voor kleine gemeenten. Echter, lang niet in alle regio’s bestaat er een dergelijk platform. Ook OVLNL vertegenwoordigt lang niet alle gemeenten. Hoe zorgen we met elkaar dat de kwaliteit geborgd wordt, dat er meer verbinding ontstaat? Dat er voldoende reflectie is en dat de kennis op peil blijft? Bij grote, maar ook bij kleine gemeenten. Hier ligt een taak bij iedereen die werkzaam is binnen het werkveld. En ook bij OVLNL!

 

Op het Ruimte en Licht Festival zijn er daarom drie kennissessies speciaal voor kleinere gemeenten. En ook de OVL-monitor, die op het festival gepresenteerd wordt, besteedt aandacht aan het verschil tussen grote en kleinere gemeenten. Ik hoop dus dat het jullie lukt om, ondanks de hoge werkdruk en het beperkt aantal fte’s, op 17 november 2016 naar Eindhoven te komen. Juist ook de OVL-ers van de kleinere gemeenten verdienen het om een dagje in het licht te staan!

Lees minder

Festival (okt '16)

Hier een beurs, daar een congres en verderop nog weer eens een kenniscafé. Het is druk in verlichtingsland. Als je wilt, dan kun je met grote regelmaat op stap. Dat houdt je van de straat. En in contact met vakgenoten. En op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Alsof jullie het niet al druk genoeg hebben.

Lees verder

 

Dit jaar is er iets nieuws. Een festival. Over Ruimte en licht. En vooral over licht in de (openbare) ruimte. Een festival, dat klinkt feestelijk. Dat klinkt naar levendigheid, naar veel mensen en veel actie. Naar iets te vieren hebben en naar samen eten. Zo klinkt het. En zo wordt het ook. Een bijzondere bijeenkomst, over een bijzonder onderwerp. Op een feestelijke manier gepresenteerd.

 

Wat dat vieren betreft: misschien word jij wel gevierd op de 17de! Dat kan, als je een goed idee hebt en dit ingestuurd hebt voor de Innovatie Award 2016. De meest inspirerende inzenders mogen tijdens het Festival hun idee pitchen. Ik kijk er naar uit. Naar jullie ideeën. Naar de kennissessies. En naar de afterparty in het donker.

 

Maar als ik heel eerlijk ben dan zie ik er ook een beetje tegenop. Als dagvoorzitter ben ik namelijk gevraagd om iets aan te trekken met lichtjes eraan. Sta ik mooi voor joker. Daarom vraag, nee smeek ik jullie: trek alsjeblieft iets aan met een (energiezuinig) lichtje. Strikje. Hoedje. Wat dan ook. Als het maar opvalt. Zodat ik niet alleen voor aap sta.

 

Ik reken op jullie!

 

De volgende keer gaat mijn blog over Calimero. Je weet wel, die van “Zij zijn groot en ik is klein, en da’s niet eerlijk”. Het wordt een serieus artikel, dat beloof ik jullie.

Lees minder

OVL-monitor (sept '16)

‘Energiemonitor, ledmonitor en nu alweer een OVL-monitor. Zijn ze helemaal mesjogge geworden?!’Terwijl ik me buig over de testversie van de enquête, dwaal ik even af. In gedachten hoor ik het gemor van de beheerder van gemeente X (sympathieke vent trouwens) en het gezucht van de beleidsmedewerker van gemeente Y (met wie ik al jaren goed contact heb). ‘Alsof we niks beters te doen hebben. Vijf-en-veertig vragen zijn het, wat denken ze wel!’

Lees verder

 

Tja, wat denk ik? Dat de OVL-monitor belangrijk is voor iedereen die zich bezighoudt met openbare verlichting. Dat er informatie uit zal komen, waar we allemaal wat aan hebben. En dat we, als we er een jaarlijkse traditie van maken, hier een waardevol instrument van kunnen maken. Voor ons allemaal: overheden en marktpartijen. Dat we er eigenlijk al veel eerder mee hadden moeten beginnen en dat ik blij ben dat het dit jaar zover is.

 

Maar dat het tijd vraagt om al die vragen te beantwoorden, dat begrijp ik. En dat dit kostbare tijd is begrijp ik ook. We hebben gekozen voor meerkeuzevragen. En een heleboel vragen weggestreept. Toch waren er nog een heleboel over. Kleine vragen. Grote vragen. Belangrijke vragen. Voor overheden en daarnaast ook nog een speciale enquête voor marktpartijen en kennisinstellingen. Omdat er zoveel te vragen is over openbare verlichting. Zoveel waar we met elkaar, van elkaar kunnen leren.

 

Ik hoop dat jullie ze willen beantwoorden, al die vragen. Je mag er best een beetje bij morren. Of bij zuchten. Dat begrijp ik best. En dat vinden die vragen ook prima, daar kunnen ze tegen. Als ze maar wel ingevuld worden. En dan vertel ik jullie in mijn volgende blog hoe het ermee staat. Met het aantal reacties. En verklap ik stiekem alvast een paar resultaten!

lees minder

Bedankt (okt '16)

In mijn septemberblog vroeg ik jullie om de enquête voor de OVL-monitor in te vullen. Nou ja, vragen, het was meer een smeekbede. Ik ging nog net niet op mijn knieën. Nu zeg ik met rechte rug: dank jullie wel! Maar liefst 92 van jullie hebben de enquête voor overheden ingevuld. Een mooi resultaat. Ik ben er blij mee. De enquête voor marktpartijen is trouwens door slechts negen mensen ingevuld. Tja, wat zou dat betekenen?

Lees verder

 
Daar valt volop over te speculeren, maar ik ga er in dit blog verder geen woorden aan vuilmaken. Ik heb immers beloofd om jullie, als beloning voor het invullen van de enquête, alvast wat te onthullen over de resultaten. Jammer genoeg moet ik het een beetje schemerig houden. We zijn namelijk nog bezig met het uitwerken van het rapport. Dat wordt op 17 november 2016 gepresenteerd in Eindhoven. Hier komt tie:
 
Een vraag luidde ‘wat is voor uw organisatie de belangrijkste belemmering bij de overstap naar led?’ Jullie konden kiezen tussen kosten, betrouwbaarheid, lichtkwaliteit en geen belemmering. Tot onze verrassing ziet een flinke meerderheid van jullie geen belemmering.
 
Nog een vraag over led. Bij bijna niemand van de respondenten is 75 tot 100% van de bestaande OVL voorzien van led. Tegelijkertijd is bij een flinke meerderheid 80 tot 100% van de nieuw aan te schaffen verlichting led. De omschakeling van conventioneel naar led gaat dus snel. Tenminste, als er genoeg budget is om die nieuwe verlichting aan te schaffen… Of dat zo is, dat onthult een andere vraag. En daar moeten jullie nog een maandje op wachten.
 
Tot slot nog eentje over het kennisniveau als het gaat om openbare verlichting. Als dagvoorzitter en medeorganisator van kenniscafés ligt mij dat na aan het hart. Je hoort regelmatig klinken ‘de kennis verdwijnt, zeker bij de kleine gemeenten.’ Uit de OVL-monitor 2016 blijkt dat veel van jullie hier anders over denken. Het aantal respondenten dat vindt dat het kennisniveau lager is geworden is… laag! Ook hierover vertel ik op 17 november meer.
 
In het eindrapport OVL-monitor 2016 staan de antwoorden op alle 44 vragen uit de enquête. Over de organisatie van het werk, het aantal lichtpunten en het budget. Over beheer en eigendom. Over maatschappelijke thema’s en technische ontwikkelingen. Over aanbesteding en over storingen en klachten. De resultaten zijn weergegeven in kleurige grafieken en voorzien van een korte toelichting. Veel beeld dus, en relatief weinig tekst.
 
Op 17 november 2016 presenteer ik het rapport op het Ruimte en Licht Festival in Eindhoven. Dat wordt een inspirerende dag. In mijn volgende blog vertel ik jullie daar meer over.

Lees minder

Deel 1 - de Buitenlamp (jun '16)

Stel u woont in een huis. Alleen, met partner, met kinderen, met hond of kat. Familieleden, buren en vrienden komen op bezoek. In uw huis heeft u allerlei verschillende soorten verlichting. Volgens de Taskforce Verlichting van jaren geleden wel 50 lichtpunten per huishouden (hoeveel lichtpunten heeft u eigenlijk in uw huis?). Voor elke ruimte gaat u op zoek naar andere soorten verlichting.

Lees verder

Is het voor binnen of buiten? Is het voor het bereiden van een maaltijd in de keuken, de sfeer in de woonkamer of slaapkamer of om in de avond nog wat te werken aan de keukentafel? Wellicht heeft u de luxe dat u beschikt over een studeerkamer.

 

Stel u bent op zoek naar een buitenlamp. De verlichting in de straat geeft onvoldoende licht om de sleutel in het sleutelgat te vinden. Vooraf denkt u na over deze lamp. Hij moet in elk geval functioneel zijn en het sleutelgat verlichten. Ook denkt u na over het energieverbruik. De lumen-watt-verhouding moet goed zijn en de lamp dient een detectiefunctie te hebben. Verder denkt u na over lichtvervuiling, de lamp mag immers niet richting de hemel schijnen. Ook de buren mogen er geen last van hebben, laat staan dat ook het sleutelgat van de buren ermee wordt verlicht. Wat zal buurman Doorzon er wel niet van vinden?

 

Met uw kennis en affiniteit met licht gaat u op onderzoek uit. Via zoekmachines onderzoekt u wat er allemaal te koop is. De juiste informatie is wat lastig te achterhalen. U pakt de fiets en gaat naar het winkelcentrum. U bezoekt enkele doe-het-zelfzaken en sprint naar de afdeling met buitenverlichting. Een jongeman komt op u af, het lijkt niet dat hij enig verstand heeft van de verlichting. Vriendelijk poeiert u deze ongetwijfelde zaterdag-stagiair af.

 

Gelukkig is er verder in de straat een speciaalzaak van een elektronicaketen. U loopt naar binnen en wordt vriendelijk ontvangen door een oudere heer. Met hem raakt u in gesprek over uw wensen en eisen op het gebied van veiligheid, energie, vormgeving, enzovoort. De winkelier spreekt duidelijk met ervaring en kennis en helpt u een eind op weg. Vervolgens wordt u alleen achtergelaten, omdat andere mensen de winkel in komen.

 

WORDT VERVOLGD IN DEEL 2 VAN DE BUITENLAMP

Lees minder

Deel 2 - de Buitenlamp (jul '16)

Daar staat u dan, in de speciaalzaak, verpakkingen te bestuderen. Met schrik komt u tot de ontdekking dat u weliswaar veel van de tekens en beschrijvingen kent, maar verschillende ook niet. Ondanks dat de lamp die u wenst voor een redelijke prijs wordt aangeboden, twijfelt u over de aanschaf.

Lees verder

 

Eerst toch nog maar eens met een collega overleggen. Maandag op het werk spreekt u uw collega aan. Geduldig geeft hij aan waar hij vindt waar u op moet letten. Dankbaar voor de nuttige tips gaat u direct na het werk naar de winkel van de oudere man en schaft een buitenlamp aan. Met enige trots komt u thuis en installeert de lamp meteen naast de voordeur. Gezinsleden komen even kijken en knikkend instemmend over de gemaakte keuze en het resultaat. De gegevens van de lamp en de aankoopbon bewaart u zorgvuldig.
 

Enkele weken later vraagt uw collega hoe de aankoop bevalt. Hij geeft u een luxmeter en een energiemeter te leen. Dit lijkt u wel aardig. U neemt de apparatuur mee naar huis en legt deze in de schuur. Twee weken later ziet u de spullen, nog altijd ongebruikt, liggen. U besluit om toch maar aan de slag te gaan en begint metingen uit te voeren. De resultaten worden door u zorgvuldig opgeschreven. U zet de gegevens in de computer en maakt een overzichtje.

 

Tot uw schrik zit er een groot verschil tussen de waarden op de verpakking en de waarden die u verzameld heeft. U wordt boos. Dit klopt helemaal niet! U bespreekt het met uw gezinsleden. Deze geven aan dat de detectiefunctie van de lamp ook al enkele weken niet werkt. Uw boosheid wordt nog groter: ‘Waarom hebben jullie me dat niet verteld?’

 

De volgende dag gaat u met de verpakking en de aankoopbon terug naar de winkel. Helaas: de winkel is gesloten. Op de deur hangt een briefje: de elektronicaketen is failliet. U staat perplex voor de deur. Wat nu?

 

WORDT VERVOLGD IN DEEL 3 VAN DE BUITENLAMP

Lees minder

Deel 3 - de Buitenlamp (jul '16)

Met gebogen hoofd gaat u richting huis. Juist als u voorbij de doe-het-zelfwinkel loopt, komt de ‘stagiair’ de winkel uit. Hij spreekt u aan: ‘Hallo meneer, is het destijds nog gelukt met de buitenlamp?’ U vertelt de jongeman uw verhaal.

Lees verder

 
Hij vertelt dat hij studeert aan een technische hogeschool en zich heeft verdiept in consumenteninformatie voor elektronica-artikelen. Hij zegt dat u niet de enige bent die wordt misleid. Sommige gegevens worden niet vermeld op de verpakking, andere wel maar niet in relatie tot de aankoop.
Beschaamd stelt u uw oordeel over de stagiair bij. Hij geeft aan dat hij u wel wil helpen door te reclameren bij de leverancier van de lamp. Hij zal zijn best voor u doen.

 

Wonder boven wonder belt hij enkele weken later op en vertelt dat hij het aankoopbedrag in de vorm van een tegoed heeft teruggekregen en dat u in de winkel een nieuwe lamp mag uitzoeken. Met een extra bijdrage koopt u een andere lamp. Een jaar later komt u de ‘stagiair’ nog eens tegen, jullie knikken tevreden naar elkaar. De lamp doet het nog uitstekend, op alle fronten! Zelfs van buurman Doorzon kreeg u een compliment. Een tweede aanschaf, door de buurman, was dan ook snel een feit.

 

Velen kunnen zich verplaatsen in de persoon die de buitenlamp aanschaft. Ook de vergelijking met openbare verlichting is snel gemaakt. De kernvraag is of de beheerder van openbare verlichting zich op eenzelfde wijze opstelt als de persoon die de buitenlamp koopt.

 

In het begin wel: met veel aandacht wordt een programma van eisen opgesteld en de aanbesteding ingezet. Maar worden de vervolgstappen ook gezet? Worden de prestaties na gunning gecontroleerd? En wat gebeurt er bij niet geleverde prestaties? Mijn stelling is dat er in dit opzicht nog veel te weinig gebeurt en dat hier veel kwalitatieve winst valt te behalen.
 

Vandaar mijn oproep: gedraag je als deze huiseigenaar die een lamp koopt! En laten we onze krachten bundelen. Door samen een inkoopleidraad te maken, kunnen we het kwaliteitsniveau verhogen en het frustratieniveau verlagen. Laten we samen de handdoek oppakken. Doet u mee?

Lees minder

MVI + MVO = EMVI ? (apr '16)

26 april was het zover: Ruimte & Licht, de nieuwe vakbeurs voor openbare verlichting, zag het levenslicht. Tijdens de beurs werd er nog een tweede teerling geworpen. Het eerste nummer van het tijdschrift Ruimte & Licht werd uitgereikt aan gastredacteur Filip van der Heijden. Ik krijg er goeie zin van. Al die nieuwe ontwikkelingen en het enthousiasme waarmee ze in de wereld worden gezet. Dat is precies wat we nodig hebben. Want er is nog veel te doen, nog genoeg om onze schouders onder te zetten.

Lees verder

 

Voor het volgende nummer van Ruimte & Licht ben ik mede-gastredacteur. Het onderwerp van de Special die ik inhoud mag geven is MVI en EMVI. Geen sexy onderwerp, ik geef het ruiterlijk toe. Maatschappelijk verantwoord Inkopen klinkt droog. Economisch Meest Voordelige Inschrijving (gunningscriterium bij aanbesteden) doet denken aan een saaie rekensom. Maar…. dat is het niet! Als we werkelijk willen inzetten op meer kwaliteit bij openbare verlichting en echt invulling willen geven aan essentiële zaken zoals CO2 reductie en circulariteit, dan kunnen MVI en EMVI ons hierbij helpen.

 

Nog altijd is er een kloof tussen MVI en MVO. Vraag en aanbod lijken voor een groot deel ieder hun eigen weg te bewandelen. EMVI kan helpen om deze kloof te dichten. Om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Om ketensamenwerking te bevorderen. En om te zorgen dat het bieden van kwaliteit, ook als het gaat om bijvoorbeeld duurzaamheid, gewaardeerd en daarmee gestimuleerd wordt.

 

Het kan, maar het gebeurt nog weinig. En daar waar het gebeurt, gaat men gebukt onder kinderziektes. Onze collectieve kennis en ervaring zijn nog te beperkt om het mooie middel dat EMVI kán zijn optimaal te benutten. Hoog tijd dus om de krachten te bundelen. Om te onderzoeken hoe het beter kan. Daar ga ik me de komende tijd hard voor maken. Hopelijk doet u mee!

Lees minder

Een nieuwe lente en een nieuw geluid? (mrt '16)

IGOV wordt OVLNL. Het begin van een nieuw tijdperk of oude wijn in nieuwe zakken? Hoewel oude wijn prima kan smaken, maak ik me hard voor het nieuwe geluid. Want de wereld van de openbare verlichting verandert. Stilstaan is daarbij geen optie. We moeten én willen verder. De transformatie naar OVLNL doet recht aan deze veranderingen, waar we zelf onderdeel van zijn.

Lees verder

 

We leven in een inspirerende tijd. Veranderingen bevinden zich op allerlei vlakken en gaan snel. Nieuwe technieken brengen nieuwe mogelijkheden. Minstens zo interessant is dat wat er binnen de overheidsorganisaties gebeurt. Meer regievoering, ketenbenadering en resultaatgerichtheid. En, tot mijn grote vreugde, meer multidisciplinair en integraal werken.

 

Ook de kijk op de openbare ruimte verandert. Smart City is sexy. Beleving is belangrijk. Openbare verlichting is daarbij een onderdeel en niet alleen een technische facilitator. Sterker nog: openbare verlichting kan in veel gevallen de lead nemen. Techniek is daarbij geen doel op zich, maar een hulpmiddel om dat wat we willen met licht proberen te realiseren. Ik zeg bewust proberen, omdat het altijd beter kan en moet. Dat is de uitdaging waar we voor staan.

 

OVLNL is daarbij het platform om kennis en ervaringen te delen. Het wil een organisatie zijn die midden in de samenleving staat, gevoel heeft voor ontwikkelingen en veranderingen, daar op anticipeert en ontwikkelingen initieert. Het gaat daarbij niet alleen om beheerders van openbare verlichting, maar om een bredere doelgroep. Namelijk: iedereen die een bijdrage kan leveren aan een goede inrichting van de openbare ruimte, inclusief de verlichting.

 

De verandering die is ingezet met OVLNL wordt zichtbaar in de nieuwe jas die er is aangetrokken. Er is een nieuwe website. En er zijn vier netwerken opgezet, met ieder een eigen werkveld. Zelf heb ik de eer om, samen met anderen, het Netwerk Maatschappij te trekken. Daarin gaan we onder andere aan de slag met maatschappelijk verantwoord inkopen. Daarbij gaan we de verbinding leggen tussen vraag en aanbod en tussen overheden en ondernemers. Ik heb er veel zin in dus: wordt vervolgd!

Lees minder