Circulariteit dicht bij huis
Vol goede moed ga ik in het voorjaar aan de slag in mijn moestuin.
Met zaadjes en pootgoed, veelal overgehouden van vorig jaar.
Alles een eigen bedje. En dan wachten tot de natuur haar werk doet.
Altijd weer een feest om te zien hoe de zaadjes en pootaardappelen zich uit de grond worstelen. Zodra de bonenplanten boven komen, worden de stokken opgebonden zodat de ranken zich naar boven kunnen wentelen.
Na een vruchtbaar voorjaar volgt een hete zomer. Weinig regen, veel water aandragen. Met pijn in mijn hart ga ik op vakantie, mijn groentetuin achterlatend in de hete zon en alleen de ochtenddauw. Na terugkomst ben ik blij verrast dat de tuin er nog redelijk fris uitziet. Net of deze zich heeft aangepast aan de warme omstandigheden met geen of weinig water.
In de nazomer veert mijn tuin nog even op. De regen heeft goed gedaan. Ik verbeter de afrastering (alweer!), om mijn kippen en geitjes staande te houden. Ook zij zien de groentetuin als een luxe provisiekast. Ondertussen wordt het langzaamaan tijd om de tuin winterklaar maken en zorg te dragen voor een goede vruchtbare bodem voor het nieuwe jaar.
Ik leef op zandgrond. En dus is het extra belangrijk om de aarde elk jaar goed te bemesten en voedingstoffen terug te geven. Dat doe ik met gecomposteerd tuinafval en mest van mijn dieren. Nog een heel gedoe om dat goed te vermengen. Een mooie klus voor in de winter.
Een jaar rond in de moestuin. Lekker buiten werken en ondertussen oogsten en genieten van het resultaat. Rabarber, sla, aardbeien, aardappelen, bonen en straks in de winter nog prei en boerenkool. Echt genieten.
Zomaar een schets van een klein (grotendeels) circulair wereldje. Een economie waar het niet alleen gaat om het geheel, maar ook om de kleine dingen. Het zijn kleine zaadjes die gezaaid moeten worden op een vruchtbare bodem en die verzorging nodig hebben. Want een tuineconomie met een mooi resultaat gaat niet vanzelf. Het vraagt om inzet. Circulair denken én vooruit denken. Alleen dat leidt tot een vruchtbaar resultaat.
lees minderCirculariteit en OVL (jan '18)
Een lang gekoesterde wens van mij is gerealiseerd: de eerste Leidraad Circulariteit Openbare Verlichting. Wat zijn we er trots op! Maar… niet voor lang. Want we staan nog maar aan het begin. Het begin van een lang traject, waarbij ongewis is welke wegen we precies moeten bewandelen om ons eigenlijke doel te bereiken: een circulaire economie waarin geen afval meer bestaat.
lees verder
De circulaire economie is een noodzakelijke aanvulling op ons huidige systeem. Door arbeidsdeling en moderne technologie heeft dat systeem kunnen uitgroeien tot het niveau waar we nu staan. De grens is echter in zicht. Verdere groei van onze economie betekent het gebruik van steeds meer grondstoffen. Grondstoffen die eindig zijn, in sommige gevallen al over enkele decennia.
De doelstelling van de rijksoverheid ‘Nederland 100% circulair in 2050’ is dus geen loze kreet of op hol geslagen ambitie, maar bittere noodzaak. Voor ons allemaal. Om ons bestaansniveau, en dat van de generaties na ons, te handhaven en liefst zelfs te verbeteren. Om onze wereld leefbaar te houden.
Circulariteit zal als een rode draad door onze economie en maatschappij gaan lopen. Het is de uitdaging van de 21ste eeuw. Voor ons allemaal. Dus ook als het gaat om Openbare Verlichting.
Op dit moment zijn er in ons werkveld, naast antwoorden, vooral nog heel veel vragen.
Enkele voorbeelden zijn:
- Hoe kunnen we in de ontwerpfase rekening houden met circulariteit?
- In hoeverre zijn de benodigde armaturen en masten circulair geproduceerd?
- In welke mate wordt er bij onderhoud en beheer circulair gewerkt?
- In welke mate worden armaturen en masten circulair afgevoerd na einde levensduur?
Geen van deze vragen kan door één enkele organisatie worden beantwoord. Het vergt relationeel denken, ook wel keten-denken genoemd. Je kunt het zien als een tegenbeweging van dat waar onze huidige economie op gebouwd is: arbeidsdeling, waardoor iedereen slechts verantwoordelijk is voor een heel klein stukje van het proces. Bij keten-denken herstellen en versterken we juist de gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Bij het ontvouwen van het keten-denken ontstaat er een heel netwerk, die de verschillende ketens met elkaar verbindt. Verbindingen tussen de harde en de zachte wetenschap. Verbindingen die ontstaan, niet om te ontrafelen maar juist om belangrijke onderdelen met elkaar te verbinden. Zo ontstaan er nieuwe krachten voor een mooi en stabiel bestaan.
Ook aan de slag met openbare verlichting en circulariteit?
Samen zetten we idealen om in praktische, concrete (pilot)projecten en kennis!
Samen grenzen verleggen (maart '17)
Dit jaar teken ik verschillende convenanten. Ze gaan over beton & duurzaamheid. Beton is, zoals vrijwel elk bouwmateriaal, in bepaalde mate belastend voor het milieu. Dit komt door de gehele productieketen, van grondstofwinning tot en met de toepassing als stoep, fietspad, muur, vloer, pilaar, balkon, of noem maar op.
Lees verderWaarom zo’n convenant? Wordt er niet genoeg ingezet op duurzaamheid? Het antwoord is: nee, helaas niet. Het is zelfs nog erger. Al ruim 20 jaar is er regelgeving om recycling bij beton mogelijk te maken en zo de milieudruk te verlagen. Van toepassing is echter geen sprake. Allerlei acties zijn bedacht en uitgevoerd. Met als resultaat dat er eigenlijk geen resultaat behaald is.
De laatste tijd hoor je steeds vaker de term circulaire economie. Dit is een economisch en industrieel systeem, dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen als uitgangspunt neemt, waarde-vernietiging in het totale systeem minimaliseert en waarde-creatie in iedere schakel van het systeem nastreeft. De circulaire economie kent geen afval, alles is (her)bruikbaar als grondstof.
Met de beton-convenanten wil ik mijn steentje bijdragen aan de circulaire economie en aan de verduurzaming van onze samenleving. Dat is heel hard nodig. Voor ons, voor onze kinderen en voor onze kleinkinderen. Ik kan het echter niet alleen. Ik heb partijen nodig die het convenant mee willen ondertekenen.
Partijen, gedreven door de overtuiging dat mensheid en klimaat bedreigd worden. Partijen, gedreven door de overtuiging dat veranderingen in de eigen bedrijfsvoering en in de rest van de keten noodzakelijk zijn. Partijen die visie en inzicht hebben, over hoe ze aan de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid kunnen én willen bijdragen.
Verduurzaming van beton. Het vraagt van ons dat we, elk vanuit onze eigen positie, zorg dragen voor verandering. Dat we onze grenzen verleggen. Dat we de instrumenten die daarvoor beschikbaar zijn gebruiken en waar nodig samen nieuwe instrumenten maken. En dat we, als het gelukt is om de grens een beetje te verleggen, doorgaan: waar leg ik de nieuwe grens? En mag ik vragen waar jij hem legt?
Lees minder2050! (feb '17)
Je hoort het steeds vaker. Het jaar 2050. Politici en visionisten gebruiken het als stip op de horizon. Een jaartal van ‘daar gaan we heen’. Ja, we gaan ook naar 2018 en 2019 zou je zeggen. Waarom dan 2050?
LEES VERDER
2050 is nog zo ver weg dat het inspireert om van alles over te zeggen. Je kunt doelen stellen die op basis van de huidige kennis of technologie (nog) niet haalbaar zijn. Dat gaat uit van een bepaalde snelheid van ontwikkelingen en een bepaald geloof in de inventiviteit van de mens. Een geloof dat onhaalbare doelen haalbaar zullen worden.
Met name overheden en politici maken hier dankbaar gebruik van. Zo kun je ferme taal gebruiken, zonder dat je er ooit op wordt afgerekend. Het zijn bovendien meestal doelen waar eigenlijk niemand tegen kan zijn. Klimaatneutraal in 2030 bijvoorbeeld. Of ‘Snel, comfortabel, betrouwbaar en betaalbaar openbaar vervoer in Nederland voor iedereen’ in 2040. (Jammer trouwens, dat we daar nog zo lang op moeten wachten.)
2050. Dat jaar duikt nu ineens op, gekoppeld aan het begrip Circulariteit. De gedachte is dat we leven in een wereld waar grondstoffenbronnen steeds meer uitgeput raken. En waar bovendien allerlei schadelijke emissies zijn bij de winning, de productie, het gebruik en het verwijderen van de miljoenen producten die wij als mensheid dagelijks gebruiken.
We willen, nee, we moeten naar een wereld zonder die schadelijke effecten. Naar een economie waarbij grondstoffen in de productieketen blijven en niet op een gruwelijk grote afvalberg belanden.
Zo ver zijn we nog niet. Sterker nog: anno 2017 kan dat helemaal nog niet. Maar wat kan er nu al wel? En wat moeten we dit jaar en volgend jaar doen, om te zorgen dat onze economie in 2050 wel circulair is? 2050 komt vanzelf. Maar 100% circulair in 2050? Daarvoor moeten we flink aan de slag. Niet over 10, 20 of 30 jaar, maar vandaag al!
Daarom ben ik, samen met OVLNL, gestart met het project ‘Circulariteit en circulair inkopen OVL’. Beginpunt is een publicatie over circulariteit anno 2017. Voorbeeldprojecten en andere initiatieven, zowel van overheden als van bedrijven, zijn van harte welkom!
Alles moet anders! (jan '17)
2015, Klimaattop Parijs.
Veel mensen schaarden zich achter de doelstellingen.
En velen ging het nog lang niet ver genoeg.
Want het kan zo niet langer. Alles moet anders!
Lees verder
Ja, dat is makkelijk gezegd, en nee, zo gemakkelijk is het niet om alles anders te doen.
Sterker nog: het is al heel moeilijk om het een ietsepietsje anders te doen.
Je hebt goede bedoelingen en grootse plannen.
En valt vervolgens al snel terug op wat gebruikelijk is.
Helemaal niets anders dus, laat staan alles anders.
Wat bedoelen we eigenlijk met ‘Alles moet anders’?
Wijzen we hiermee naar overheden en bedrijven, die het anders moeten doen?
Of bedoelen we dat we het als burgers, als individu, anders moeten doen?
En wat moet er dan nog meer gebeuren dan dat wat ik al kan en doe?
Ik scheid mijn afval, laat het licht niet onnodig branden, koop energiezuinige apparaten.
Ik pak regelmatig de fiets, reis vaak met de trein, voed mijn kinderen bewust op, enzovoort. Hoezo alles moet anders?
En… wie zet de eerste stap?
Welke is dat en met welk gevolg?
Hoe gaan mijn klanten op deze veranderingen reageren?
Willen ze er meer voor betalen?
Het zijn belangrijke vragen.
Niet omdat we niet willen, maar omdat we leven in het hier en nu.
De alledaagse realiteit is een gegeven.
Daar kunnen we niet om heen, zelfs niet als we dat zouden willen.
‘Alles moet anders’ gaat niet zomaar eventjes.
Je business model van je bedrijf hangt er van af.
Je hypotheek wordt door dat business model betaald.
Tja, onzekerheid en angst zijn nu eenmaal niet direct de motoren van verandering.
Wie zet de eerste stap?
Wie helpt mij om te veranderen, samen met mijn ketenpartners?
Wie helpt mij om mijn klanten en toeleveranciers ervan te overtuigen dat we allemaal naar een andere maatschappij moeten, met een ander ge- en verbruik van grondstoffen?
Het zijn stappen op onbekend terrein, vol hindernissen en mooie uitdagingen.
Met vallen en opstaan zullen we ze zetten.
Met elkaar. In overleg, in afstemming, in samenwerking met de gehele keten.
Oké, als jij dat op deze manier invulling geeft, dan zal ik daar ook stappen in gaan nemen.
Stap voor stap komen we dan in een situatie waar inderdaad alles anders is.
Lees minder